|
Wat is nu eigenlijk een proefbijenstand ? Het is in Nederland nog niet zo ingeburgerd maar bij onze oosterburen is het begrip proefbijenstand al vele jaren een bekend verschijnsel. Op een proefbijenstand worden bijenvolken met elkaar vergeleken. Dit gebeurd met een groep van bijenvolken (minimaal 6) die allemaal een koningin hebben van dezelfde lijn. Het is zelfs zo dat het zuster koninginnen zijn. Dat wil zeggen koninginnen van 1 moeder en verkregen door over te larven. Deze koninginnen zijn allemaal bevrucht op een bevruchtings-eiland of de bevruchting is uitgevoerd door middel van kunstmatige inseminatie. Er wordt dus met raszuivere moeren gewerkt. Om tot een vergelijking te komen moet een beoordeling volgen van alle volken in de proefstand. Voor een zo goed en optimaal mogelijke beoordeling te krijgen moeten de volken bij elkaar blijven. Dus mocht de imker naar een bepaalde dracht reizen moeten alle volken mee, ook al zijn er volken bij die hiervoor eigenlijk niet in aanmerking. Verder is het natuurlijk niet mogelijk om te beoordelen zonder op voorhand criteria vast te leggen. De criteria zijn door de Deutsche Imkerbund reeds vele jaren geleden vastgesteld. De oordeling zal moeten plaatsvinden op de volgende punten:
Dit alles is aan het eind van het jaar te verwerken zodat je een totaal beeld en de uitschieten kunt bepalen. Deze proefbijenstand zijn er voor de imker om te bepalen met wat voor Carnica lijn de beste resultaten kunnen worden behaald. De proefbijenstand gebruikt hiervoor raszuivere bijenvolken en men kan met grote mate van waarschijnlijkheid zeggen dat een aantal van bovengenoemde eigenschappen door de nateelt (F1) overgenomen zal worden. Het is heel goed mogelijk dat het nog beter zal zijn door het zogenaamde heterosis-effect. |
|